Je denkt misschien: in de woestijn kun je niet leven. Toch wonen er mensen in de woestijn: nomaden. Deze nomaden trekken over de zandvlaktes, op zoek naar water en gras. Als ze een goede plek vinden zetten ze daar hun tenten op en laten hun vee grazen. En als het water of het gras op is trekken ze weer verder.
Nienke gaat op dijkinspectie. In één van de oudste polders van Nederland, de Alblasserwaard, legt ze uit waarom dijken zo belangrijk zijn. Op een slappe veendijk bij Amsterdam vertelt ze hoe een stevige dijk kan veranderen in een pudding. Hoe worden al die dijken in Nederland trouwens gecontroleerd?
In de 16e en 17e eeuw was er veel behoefte aan brandstof. Omdat gedroogd veen (turf) een goede brandstof is, zijn veel laagveengebieden afgegraven en opgebaggerd. Hierdoor ontstonden er grote plassen in die gebieden en bleef er te weinig landbouwgrond over. Molens moesten ervoor zorgen dat de gebieden weer droog werden gepompt.
Wie houdt er nou niet van patat? Wij Nederlands in ieder geval wel, want wij eten in een heel jaar per persoon zo'n tien kilo patat! Dat zijn al gauw een half miljoen frietjes! Daar zijn natuurlijk heel veel aardappels voor nodig. Dolores gaat naar de patatfabriek om te kijken hoe van aardappels patat wordt gemaakt.