De stormvloed van 1 februari 1953 overspoelde grote delen van Zeeland en de Zuid-Hollandse eilanden. Hulp kwam, maar voor velen te laat. Bob hoort op de radio de rampberichten. Hij maakt zich zorgen over zijn familie. Hoe zou het gaan met Pieter? Zij wonen in het rampgebied. Ze bellen, maar de telefoon wordt niet opgenomen.
Bijna de helft van ons land zou onder water komen te staan als er geen duinen of dijken waren. De watersnood van 1953 herinneren veel Nederlanders en vooral Zeeuwen zich nog goed. Veel doden heeft die ramp gekost. Sommigen weten goed hoe gevaarlijk het wonen onder de zeespiegel is. Grote dijkwerken worden aangelegd om een dergelijke ramp te voorkomen.
Ooit was het IJsselmeer een zee: De Zuiderzee. Rondom de zee lagen overal vissersdorpen. Door overstromingen, besloot de regering de Zuiderzee te dichten. Het werd een meer, waarin grote stukken land zijn drooggelegd. Een nieuwe provincie ontstond: Flevoland. En de vissers? Die verdwenen in fabrieken.
Vandaag is het Landelijke Appelplukdag, dus Het Klokhuis moet wel over appels gaan! Hoe maak je van appels appelsap? Margreet helpt in de boomgaard een handje met plukken en ziet daarna in de fabriek hoe van de appels sap wordt gemaakt. Dat is wel even iets anders dan een appeltje voor de dorst schillen.
Ieder kind doet wel eens een klusje zoals afwassen of de krant rondbrengen. Maar dat is geen kinderarbeid. Met kinderarbeid wordt bedoeld dat kinderen die veel te jong zijn werken bij een baas die ze slecht betaalt en slecht behandelt. Dit gebeurt nog steeds in arme landen. Kinderarbeid kwam vroeger ook in Nederland voor. Hoe kwam daar toen een eind aan?
Ongeveer 70 miljoen jaar geleden lag het grootste deel van wat nu Nederland is, op de bodem van een binnenzee, de Krijtzee. Alle schelpen uit die zee zijn op de bodem terechtgekomen en vormden een laag kalksteen. Deze kalksteen komt bijna overal in Nederland voor, maar alleen in Zuid-Limburg zit deze niet zo diep onder de grond en is dus gemakkelijk te winnen.
Aardgas is ongeveer 300 miljoen jaar geleden al ontstaan. Omdat de werelddelen toen nog met elkaar verbonden waren, lag het Nederland van nu dichter bij de evenaar dan tegenwoordig. Er groeiden dan ook tropische planten. Toen die planten doodgingen, bleven ze op de grond liggen en veranderden langzaam in steenkool. Hierbij kwam gas vrij.
Om het gas bij alle huishoudens te laten komen, is er in Nederland een netwerk van leidingen aangelegd: 11.500 kilometer in totaal. Dat is ongeveer vier keer zo veel als alle wegen bij elkaar. Vanuit deze hoofdleidingen komt het in kleine leidingen terecht. Door elke straat loopt wel een gasleiding, die het aardgas bij jou thuis brengt.
Hélène Petter-Egger (84) en de tweeling Thirza en Andra (16) ontmoeten elkaar op voormalig kamp Westerbork. In de Tweede Wereldoorlog ontving Hélène vanaf deze plek de laatste brief van haar broers, die ze daarna nooit meer terug zou zien. Op het kamp gaat de tweeling samen met hun iPhone op onderzoek uit. Hoe zat dat nou precies in de oorlog? Wat gebeurde er in zo’n kamp? Wat maakt het persoonlijke verhaal van Hélène bij ze los?
De auto van je vader uit Japan, de benzine waar die auto op rijdt, je nieuwe spelcomputer. Alle spullen die uit het buitenland komen moeten hier eerst natuurlijk gebracht worden. Soms worden spullen gevlogen of met de auto vervoerd. Maar het gaat ook heel vaak met een groot schip. Op de haven van Rotterdam weten ze daar wel raad mee...
Een mammoettanker brengt de aardolie vanuit allerlei landen in de wereld naar de haven van Rotterdam. Zo'n tanker is vier keer zo groot als een voetbalveld, ligt 20 meter diep (flatgebouw van zeven verdiepingen) en er zit ongeveer 20.000 ton olie in. Een hele operatie om die goed in de haven te krijgen. En na twee weken moet er weer een nieuwe tanker komen, want dan is de olie al weer op.